Interview over het boek van Gerrit Teule 'Wat Darwin niet kon weten'

Gesprekspartners: Henk Hogeboom van Buggenum (hierna HHvB), hoofdredacteur van het blad GAMMA, orgaan van de Stichting Teilhard de Chardin, en Gerrit Teule, schrijver en natuurfilosoof (hierna GT).


HHvB. In de stichting Teilhard de Chardin houden wij ons onder andere bezig met de vraag, hoe de priester en paleontoloog Pierre Teilhard de Chardin met al zijn kennis en scherpzinnigheid over de problemen van deze tijd zou spreken als hij nu geleefd zou hebben. Met andere woorden: wat heeft hij ons nu te zeggen? Zijn verhaal over de geestelijke binnenkant van de materie en de evolutie van het bewustzijn is nog steeds zeer relevant en wordt door weinig mensen echt begrepen. Jij hebt je verdiept in wat hij en anderen daarover schreven en vandaaruit schrijf je een boek over een bij velen nog onbekende interpretatie van de evolutie. Ik zal bij dit interview een beetje de rol van de duivelsadvocaat op me nemen. Het is een groot onderwerp en dus moeten we maar bij het begin beginnen en dat is de titel en de ondertitel. De titel van je boek is "Wat Darwin niet kon weten…" Laat ik het maar even platweg vragen. Denk je dat Darwin een domoor was of dat hij niet goed opgelet heeft?

GT. Oh nee, allerminst, maar dat weet jij natuurlijk als geen ander. Ik beschouw Charles Darwin zelfs als een schoolvoorbeeld van een integere en scherpzinnige onderzoeker. Dit boek heb ik daarom ook opgedragen aan alle onderzoekers, en wat mij betreft staat Darwin daarbij bovenaan. Zijn portret staat vooraan in het boek, prominent afgebeeld met lovende woorden erbij. Darwin maakte een reis van vijf jaar rond de wereld met de Beagle. Als hommage aan hem heb ik daarom het boek ingedeeld als een reisverhaal. Dat blijkt ook uit de ondertitel "Een reis naar de spirituele binnenkant van de evolutie". Dat geeft precies aan waar de theorie van Darwin en de theorie in mijn boek zich van elkaar onderscheiden. Dat onderscheid moet je niet zien als kritiek, maar als een aanvulling op wat de grote meester heeft gezegd.

HHvB. Wat is dat onderscheid dan? Wat kon Darwin niet weten?

GT. Charles Darwin had het in zijn theorie over de materiële buitenkant van de evolutie. Hij beschreef de ontwikkeling van de vormen in de natuur. Beroemd is zijn vergelijking van de snaveltjes van vinken op de Galapagoseilanden. Daaruit trok hij de revolutionaire conclusie dat de vormen zich aanpassen aan de eisen van de natuurlijke omgeving. In dit boek heb ik het over de spirituele of geestelijke binnenkant van diezelfde evolutie. Daarbij gaat het om heel andere vragen. De term 'binnenkant' komt van de priester en paleontoloog Pierre Teilhard de Chardin. Daarmee bedoelde hij de geestelijke drijfveer, die achter deze evolutie voortdurend bezig is met de ontwikkeling van steeds grotere complexiteit. Na Teilhard heeft de natuurkundige Jean Charon deze gedachte verder ontwikkeld tot wat we het beste een 'kwantumnatuurkunde van de geest' kunnen noemen.

HHvB. Dat klinkt ingewikkeld. Dat had Darwin volgens jou dus niet kunnen weten?

GT. Zowel Teilhard als Charon leefden in de afgelopen eeuw. Darwin stierf in 1882. Dat was ongeveer twintig jaar voordat Max Planck ontdekte dat licht in deeltjes, in pakketjes wordt verzonden. Die pakketjes noemde hij fotonen, en die gedachte is het begin geweest van de kwantumnatuurkunde. Einstein kwam enkele jaren later met het idee van de tijdruimte, een vierdimensionale ruimte met lengte, breedte, hoogte en tijd als gelijkwaardige dimensies. Dat riep meteen ook de gedachte op, dat er misschien wel meer tijdruimten naast elkaar of in elkaar verweven zouden kunnen bestaan. De astronoom Edwin Hubble ontdekte in 1923, dat ons melkwegstelsel niet het enige sterrenstelsel in dit heelal was, maar dat er veel meer waren en dat die sterrenstelsels zich bovendien van elkaar af bewegen. Dat leidde in de afgelopen eeuw tot de theorie van de oerknal, want wat zich van elkaar af beweegt, moet terug in de tijd ook dicht bij elkaar geweest zijn. Vervolgens werd in 1930 de algemene theorie van het elektromagnetisme ontdekt, de Quantum Electro Dynamics, afgekort als QED. Deze theorie is toen al bestempeld als het kroonjuweel van de Westerse wetenschap en staat nog steeds als een piramide overeind. De QED beschrijft de vormende werking van het elektromagnetisme en deze hele evolutie van de vormen, waar Darwin zich mee bezighield, is daarop gebaseerd.

HHvB. Alles goed en wel, maar Darwin had het toch alleen maar over de natuurlijke selectie op basis van toevallige mutaties? Was dat niet genoeg dan?

GT. Darwin beschreef als het ware de evolutietheorie top-down. Dat is wat hij ervan kon zien, op basis van de natuurkundekennis van zijn tijd. Hij zat er letterlijk met de neus bovenop, loerend door zijn microscoop. Zijn evolutieprincipe is ook niet fout, maar het is wel onvolledig en die onvolledigheid komt nu pas duidelijk naar voren..Wat er in zijn theorie ontbreekt is een stuwende kracht, die de evolutie aandrijft en richting geeft. Teilhard heeft die richting duidelijk aangegeven. Het is de steeds toenemende complexiteit van wat leeft en groeit. Vanuit de natuurkunde kennen we de Tweede Hoofdwet van de Thermodynamica. Die wet zegt dat er uit chaos niet een orde kan ontstaan en zeker geen steeds doorgaande orde, die de toenemende complexiteit in de levende natuur kan verklaren. Deze wet wordt ook wel de wet van de entropie genoemd. De entropie laat orde vervallen tot chaos en niet omgekeerd. Stel je voor dat de wereld bestaat uit een geweldige bak met atomen van allerlei soort. Laten we even aannemen, dat die soorten er al zijn, wat overigens een evolutieverhaal op zichzelf is. Als we nu het denkmodel van Darwin op die bak met atomen loslaten, waarbij het dus gaat om de toevallige samenklonteringen en de daarop volgende natuurlijke selectie, dan ontstaat er géén evolutie. Sommige atomen zullen wel aan elkaar klonteren, maar na verloop van tijd vallen ze ook weer even gemakkelijk uit elkaar. Een toenemende complexiteit, zoals we die in de natuur waarnemen, aldus Teilhard de Chardin, zal hier niet uit voortkomen, want dit vereist een voortdurende en stimulerende kracht. In die zin is de theorie van Darwin dus onvolledig en niet werkzaam, want deze kracht ontbreekt in zijn visie op de evolutie.

HHvB. Jawel, maar dan kom je dus toch weer terecht bij het goddelijke? Allerlei wetenschappers waren juist zo blij, dat ze daarvan af waren.

GT. Wat er nodig is, is een drijfkracht, die de evolutie steeds blijft voortstuwt in de richting van meer complexiteit. We noemen dat ook wel negatieve entropie. Een evolutietheorie die geen goed verhaal vertelt over de aanwezigheid en werkzaamheid van deze negatieve entropie, blijft altijd onvolledig. Nu kunnen we twee kanten op denken. We kunnen deze voortdurende aandrijfkracht zien als een invloed van buitenaf en dan denken we al gauw aan een godheid of scheppende geest, die voortdurend druk doende is met deze natuur, of die alles zelfs in één klap gemaakt heeft. Maar we kunnen ook denken aan een kracht, die vanbinnen uit de materie komt. Die gedachte is tamelijk revolutionair, alhoewel er zeer oude wortels aan ten grondslag liggen. De term 'binnenkant' is van Teilhard de Chardin en deze term vereist een andere visie op de materie. De fysicus Jean Charon heeft dat idee tot in de puntjes uitgewerkt in zijn Complexe Relativiteitstheorie en de daarop gebaseerde eonenhypothese, en hij bracht dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw naar voren. In deze theorie komt hij tot de conclusie dat de materie niet is wat ze lijkt te zijn. In de vorige eeuw is het hele materiebegrip al grondig gewijzigd, maar vanaf nu zouden we het moeten hebben over psychomaterie, met vier eigenschappen: massa, volume, duur en wil. Die wil is een onmiskenbaar geestelijke eigenschap en omvat de 'wil om tot bewustzijn te komen', die deze hele evolutie aandrijft. De evolutie is dus in essentie een bewustzijnsevolutie en alle ontwikkelingen van de natuurlijke vormen staan ten dienste van deze bewustzijnsevolutie. Denk daarbij vooral aan de evolutie van ogen en hersenen, uiteraard ondersteund door een daarvoor geschikt lichaam. De evolutieprincipes van Darwin zijn daarmee niet in strijd, maar drijven er a.h.w. bovenop.

HHvB. Hoe staat Darwin daarin. Hij was toch ook een christen? Waarom ontwikkelde hij een geestloze evolutietheorie? Zag hij die bewustzijnsevolutie dan niet?

GT. Toen Darwin aan zijn reis met de Beagle begon was hij een gelovige christen. Hij reisde samen met de kapitein van het schip, Robert Fitzroy. Deze man was een zeer gelovige en steile fundamentalist, die ieder woord van de Bijbel letterlijk nam. Aanvankelijk leek het doel van de reis de bevestiging van de scheppingstheorie volgens het bijbelboek Genesis. Darwin ontdekte tijdens zijn onderzoekingen twee dingen, die in strijd bleken met de bijbelse waarheden. Hij ontdekte bij het bestuderen van fossielen in diverse aardlagen, dat deze wereld onnoemelijk veel ouder moest zijn dan de berekende leeftijd van ca 6000 jaar. Die berekening stoelde op de mening van bisschop Usscher, die de datum van de schepping van deze aarde had berekend op 4004 jaar voor Christus, en wel precies op 23 oktober, in de ochtend om 03.00 uur. Die tijd stond zelfs afgedrukt in veel bijbels van die tijd en het was toen een onaantastbaar dogma. Bovendien ontdekte Darwin, dat de vormen van de planten en dieren aan verandering onderhevig zijn, afhankelijk van plaatselijke omstandigheden en ook aan wijzigende omstandigheden door de tijd heen. Het algemene geloof van die tijd was dat God alle natuurlijke vormen had geschapen en dat ze sinds de schepping onveranderlijk waren. Darwins visie was dus vloeken in de kerk. Tijdens de boottocht had Darwin daarover veel vruchteloze discussies met Fitzroy, wat uiteindelijk leidde tot een bitter meningsverschil. Fitzroy bleef zijn leven lang een steile fundamentalist, tot aan zijn zelfmoord toe, en Darwin ontpopte zich tot de nu bekende evolutiedenker. Het was Darwin niet te doen om God uit de vergelijking te elimineren, maar hij beschreef precies wat hij waarnam, zoals iedere integere onderzoeker dat zou moeten doen. Dat leidde ertoe, dat veel mensen na het lezen van zijn werk terechtkwamen in wat wij tegenwoordig de "Knevel-spagaat" zouden kunnen noemen.

HHvB. Bedoel je daarmee de intellectuele spagaat van Andries Knevel? Ha, ha!

GT. Ja, dat bedoel ik precies. In feite is het nogal treurig, dat we in die honderdzeventig jaar na de discussie tussen Darwin en Fitzroy kennelijk nog geen steek verder gekomen zijn. Zelfs nu nog beperkt de discussie zich vaak tot het "Adam of Aap"-syndroom. Zie daarvoor de recente folder van de creationisten, die in de brievenbussen werd gedropt. Ik weet zeker, dat er nog heel veel christenen zijn, die met deze moeilijkheid worstelen. Aan de ene kant willen ze het geloof en de bijbel niet helemaal loslaten, maar aan de andere kant voelen ze met Darwin mee dat het scheppingsverhaal in Genesis niet letterlijk waar kan zijn. Velen van hen keerden om deze reden de kerk de rug toe, niet omdat ze antireligieus zouden zijn, maar omdat de dogma’s van de kerk op dit punt versleten en onhoudbaar bleken. Het mooie van de theorie van Teilhard en Charon is nu, dat deze theorie voor de intellectuele Knevelspagaat een oplossing biedt. Teilhard publiceerde in de jaren vijftig en Charon in de jaren tachtig. Maar in hun tijd bestond er nog niet veel belangstelling voor. Nu lijkt het tij gekeerd. Het is dus een theorie, die al decennia op de plank ligt te wachten op herontdekking. De geest en het bewustzijn als aandrijfkracht achter de evolutie openen alle mogelijkheden van een diepere werkelijkheid, die niet louter gebaseerd is op het enge materiebegrip van de klassieke en atheïstische wetenschap. Tegenwoordig duidt men dat ook wel aan als deep evolution. De eonenhypothese geeft daarvoor een prachtig wetenschappelijk kader en laat de religieuze mogelijkheden onaangetast. Het kan zelfs leiden tot een versterkt en modern Godsbegrip. Darwin zelf was overigens verbijsterd over het feit, dat zijn theorie in beslag werd genomen door atheïsten. Het was helemaal niet zijn bedoeling om een atheïstisch boek te schrijven.

HHvB. Je praat bijna als een missionaris. Ben je dat ook? Ik dacht altijd dat je een nuchtere technicus was.

GT. Nee. Ik ben een technicus met als hoofdvak informatica. Technici zijn vaak nog erger dan sceptici, want een technicus vraagt zich altijd af, hoe het werkt. Hij wil als het ware het mechaniek voor zijn ogen zien werken en hij loopt graag met de oliespuit rond. Werkt het niet, dan is de machine een prul; een leuke gedachte, die helaas tot niets leidt. Het specialisme informatica blijkt in deze eonische theorie buitengewoon effectief te zijn. Ook Charon was naast fysicus een informaticus. Het draait in de natuur namelijk allemaal om de informatieverwerking, om de vormgevende informatie, ook wel aangeduid als de morfogenetische informatie. Recentelijk is daarbij ook de term in-formatie gebruikt, met een streepje tussen 'in' en 'formatie'. De betekenis daarvan is 'vormgevende informatie vanbinnenuit'. Vanuit deze informatieverwerking ontstaat de negatieve entropie en dat, gecombineerd met alle mogelijkheden van de Quantum Electro Dynamics, leidt tot de fysieke drijfkracht, die de evolutie vorm geeft. Het gaat dus allemaal nog steeds om moderne kwantumnatuurkunde, maar wel met een herkenbare geestelijke drijfkracht.

HHvB. Natuurkundigen proberen toch alleen iets te zeggen over het meetbare, en de geest is toch niet te meten? Waarom haal je die er dan bij? Daar krijg je toch geen hand voor op elkaar?

GT. De klassieke natuurkunde beperkt zich tot de bekende mantra 'Meten is weten'. Een stapje verder is 'Meten is weten, en wat niet te meten is, is het weten niet waard'. En nog een stap verder is: 'Meten is weten en wat niet te meten is, bestaat niet'. Zo kom je gemakkelijk van je mysteries af. Geest en bewustzijn zijn niet te meten en bestaan dus niet. Bewustzijn is zelfs niets meer dan een beetje 'schuim op de hersengolven'. Zelfs tegenwoordig worden er nog verwoede discussies geleverd over de vraag of de geest en het bewustzijn wel in staat zijn om mijn hersenwerking te beïnvloeden. Vrije wil zou ook niet bestaan, want als het bewustzijn geen hersencel in beweging kan krijgen, dan is er dus geen vrij wil mogelijk. De eonische theorie veegt de vloer aan met deze sofisterij. Charon stelde, dat een 'theorie van alles' (TOE) hoe dan ook een theorie van de geest zou moeten bevatten, omdat de TOE anders altijd onvolledig zal blijven. Ook Teilhard was deze mening toegedaan. Tegenwoordig zijn er veel wetenschappers, die dezelfde kant op denken. De in dit boek beschreven eonische theorie geeft een glashelder antwoord op de vragen over geest en bewustzijn. Aan de orde komen vragen als: wat is geest en wat is bewustzijn, wat is mijn ziel, hoe slaagt mijn geest erin een neuron te activeren en vice versa, hoe zou een bijna-doodervaring kunnen werken, etc. Bovendien, en dat is misschien nog het belangrijkste van allemaal, geeft de theorie een fraai uitzicht op de resterende mysteries.

HHvB. Hoezo? Geeft deze theorie dan uitsluitsel over alles wat geest en bewustzijn aangaat? Dat lijkt mij wel erg pretentieus!

GT. De eonenhypothese is een typische bottom-up-verklaring, die uitgaat van de lichtdeeltjes in de oerknal. Vandaaruit gaat het over elektronen, fotonen, hun samenwerking en over het vormen van atomen en de samenstelling van atomen tot moleculen. Een centrale vraag is: waarom doen die atomen dat? De wetenschap geeft heldere antwoorden op de vraag, hoe het gebeurt, maar de vraag naar het waarom blijft een mysterie. Zelfs de eonenhypothese, die aangeeft hoe een negatieve entropie kan ontstaan en hoe deze fungeert als blijvende aandrijfkracht van de evolutie, blijft een mysterie. Juist door de theorie zo scherp te stellen, komen de overblijvende mysteries gestoken scherp naar voren. We staan in feite op de rand van de afgrond en we staren rechtstreeks in de peilloze diepte. Op de cover van het boek staat dan ook: "Wie een reis maakt naar de spirituele binnenkant van de evolutie, komt oog in oog te staan met het onzegbare, het heilige". Een blijvend mysterie is bijvoorbeeld de codering van de informatie, die de natuur gebruikt voor haar vormgeving. Bij computers kennen we ook het begrip codering; daar werkt het allemaal met nullen en enen. Daarvan begrijpen we alles, want we heben het zelf bedacht. Maar hoe die codering werkt in de eonische natuurinformatie en in onze hersenen, is ons volmaakt duister. Zelfs in het DNA is het een mysterie, alhoewel we daar wel enigszins kunnen thuisbrengen waar het over gaat. Daarnaast is er het mysterie van de grote getallen. Dat is iets waar we pas recentelijk in de volle omvang mee kennis maken, alhoewel sporen ervan ook vroeger ontdekt konden worden. Een mysterieus getal daarin is honderd miljard. Er zijn circa honderd miljard (orde van grootte) sterrenstelsels in dit heelal. Elk sterrenstelsel bevat vermoedelijk ca. honderd miljard sterren. In onze hersenen zijn er ca. honderd miljard neuronen. Dit is het mysterie van de veelheid. Deze symmetrie suggereert, dat onze hersenen misschien toch in staat zijn het heelal te begrijpen. Er is ook het mysterie van de weergaloze snelheid en accuratesse van elektromagnetische reacties. In elke cel van ons lichaam worden duizenden eiwitten aangemaakt, exact volgens de specificaties vanuit het DNA. Elk eiwit kan bestaan uit tienduizenden atomen en wordt gevormd met snelheden oplopend tot 100.000 chemische reacties per seconde. Deze onvoorstelbare complexiteit, de uiterst nauwkeurige accuratesse en adembenemende snelheid vormen een mysterie in zichzelf. We krijgen op al deze mysteries pas goed zicht met behulp van een scherpe theorie of hypothese. Dat is wat de eonenhypothese voor ons doet. Het opent de ogen voor de diepste mysteries van de natuur.

HHvB. Uiteindelijk blijkt dus, dat jij het ook niet weet! Wat te bewijzen was, QED. (spreek: quod erat demonstrandum)

GT. Wat had jij dan gedacht! De eonische theorie is, wat ik in het boek noem, een actieve metafoor. Dat is een uitgewerkt denkbeeld, dat de werkelijkheid aan mij overdraagt en dat in mijn bewustzijn een beeld oplevert, waarvan ik kan zeggen: "Ja dat begrijp ik". Actieve metaforen zijn altijd waarheidsbenaderingen. Ze zijn altijd gesteld in de taal en het begrippenkader van deze tijd. Ze veranderen dus ook voortdurend met de voortschrijdende kennis. Er hangt een houdbaarheidsdatum aan. Dit geldt uiteraard allemaal ook voor de eonische visie. Als u iets heel zeker wilt weten, dan moet u niet bij een onderzoeker zijn. Daar hebben we in deze wereld dominees, priesters en de paus voor. Ik identificeer mij sterk met de integere onderzoeker Charles Darwin. Daarbij geloof ik wel, dat we zijn evolutietheorie moeten completeren met het geestelijke aandeel, de wil om tot bewustzijn te komen, die de evolutie aandrijft.

HHvB. Is deze eonische theorie nu alleen maar iets, wat leuk is om te weten, of kunnen we er daadwerkelijk iets mee?

GT. In mijn boek geef ik ook aan, dat het gevoel voor schoonheid de richting van de evolutie bepaalt. Hou even het beeld van de Beagle vast. De stuwende kracht is de wind, die overigens niet altijd uit de goede hoek waait. De geest staat aan het stuurwiel. In het begin was die sturing uiterst vaag, met gebruikmaking van heel veel toeval, maar gaandeweg de evolutie trad het toeval steeds minder op ten gunste van het steeds scherpere bewustzijn. De mens is in deze bewustzijnsevolutie met zijn huidige zelfbewustzijn de fakkeldrager en het toeval wordt steeds verder beteugeld. We moeten nu zelfs denken aan wereldplanning. Teilhard stelde dan ook, dat de mens vanaf nu de evolutie zelf verder ter hand neemt. Ook het doel van de evolutie is dus niet een gegeven vooraf, maar het is een opgave die naar voren komt in deze fase van de bewustzijnsevolutie. Op dit moment, met wereldproblemen als de geldcrisis, de voedselcrisis, het overbevolkingsvraagstuk, de klimaatcrisis en de energiecrisis is het overduidelijk dat de mens zelf grote besluiten moet nemen over zijn toekomst. Dat kunnen we niet meer overlaten aan toevalligheden, in de economie bekend als het laissez faire-model van het vrijemarktdenken. Integendeel, de mens zal zelf op intelligente wijze de handen moeten laten wapperen en snel ook!

HHvB. Dit lijkt op ethiek. Zegt de eonische visie daar ook iets over?

GT. In dit boek laat ik de ethiek nog even rusten, al wordt het onderwerp wel aangestipt. Maar het is duidelijk dat de eonische visie inderdaad een geschikte basis is voor een nieuwe ethiek voor deze tijd. Daarbij hebben we het dus niet over een ethiek, die op stenen tafelen vanaf een berg naar beneden worden gedragen, maar we hebben het over ethische principes vanuit de eonische werkelijkheid, d.w.z. bottom up vanuit de psychomaterie. Baruch Spinoza is voor deze werkwijze een mooi voorbeeld. Ik ben bezig met een boek daarover, want deze tijd kan wel een flinke stoot nieuwe ethiek gebruiken. Tegelijk betreft het de oudste ethiek van dit heelal, omdat ze teruggaat tot aan de oerknal, net zoals de hele eonische theorie.

HHvB. Bedankt voor dit interview. Succes met je boek.

GT. Graag gedaan.