Gerrit Teule: Wat Darwin niet kon weten

Uitg. Ankh Hermes, 2009, ISBN 978 90 202 03325


Als er iets aan evolutie onderhevig is, dan is het wel de evolutietheorie zelf. Dit boek is voortgekomen uit de visies van drie grote onderzoekers van het evolutieproces, de Britse natuuronderzoeker Charles Darwin (1809-1882), de Franse paleontoloog en priester Pierre Teilhard de Chardin (1881-1955) en de Franse fysicus en informaticus Jean Charon (1920-1998). Alle drie leverden ze ieder voor zich een unieke en originele bijdrage aan het evolutiedebat.

  • Darwin kwam bij zijn onderzoekingen tot de conclusie, dat de evolutie van de levende soorten het gevolg moest zijn van twee oorzaken: de spontaan optredende, toevallige mutaties en de natuurlijke selectie (the struggle for life). De oorsprong van het leven heeft hij buiten beschouwing gelaten, want dat was niet het onderwerp van zijn beroemde boek On the origin of Species. Volgens de na hem komende neo-darwinisten kent deze evolutie geen richting en geen doel; ook de evolutie van de geest en het bewustzijn past niet goed in hun theorie.
  • Teilhard de Chardin constateerde bij zijn paleontologische onderzoekingen, dat er in de evolutie een herkenbare richting aanwezig is. Deze richting is de steeds toenemende complexiteit en orde, die op dit moment en op deze aarde is uitgemond in de zelfbewuste mens, een wezen met een extreme complexiteit. Hij schrijft daarover: Het leven diversifieert zich niet in het wilde weg, in alle richtingen. Integendeel, het vertoont een absolute ontwikkelingsrichting naar de waarden van groeiend bewustzijn; en op deze hoofdas is de mens de meest ontwikkelde term die wij kennen.
  • Charon heeft een belangrijke en originele bijdrage geleverd aan de kwantumnatuurkundige visie op deze bewustzijnsevolutie. Hij introduceerde het begrip psychomaterie en ontwikkelde een theorie die we het beste kunnen aanduiden als een kwantumnatuurkunde van de geest.

Omdat Teilhard en Charon in dit Darwinjaar allebei sterk onderbelicht worden ten gunste van het puur materialistische en (veelal atheïstische) neo-darwinisme, lijkt de tijd gekomen om hun zienswijze nog eens duidelijk in de schijnwerper te zetten met de volle nadruk op de bewustzijnsevolutie. Hun beider visie wacht al enkele decennia op herontdekking. In dit boek komen de gedachten van deze drie onderzoekers, aangevuld met recente gedachten, bij elkaar in een consistente en holistische visie.

Negatieve entropie

De evolutietheorie van het neo-darwinisme heeft moeite met een belangrijk struikelblok, de Tweede Hoofdwet van de Thermodynamica (de wet van de entropie). Die wet zegt dat er uit chaos geen blijvende en toenemende orde kan voortkomen, zonder een voortdurende en stimulerende invloed. Met andere woorden, als we een grote bak met door elkaar heen dwarrelende atomen nemen en we laten daar het neo-darwinistische denkmodel op los van spontane samenklontering tot grotere structuren en natuurlijke selectie, dan ontstaat er niet de voortdurend toenemende complexiteit en ordening die we in de levende natuur waarnemen. Er zullen wel min of meer ingewikkelde materiestructuren kunnen ontstaan, maar die vallen ook weer even gemakkelijk uit elkaar, na een seconde of na duizend jaar (dit uiteenvallen van orde naar chaos heet entropie). Om op dit soms heftig kronkelende evolutiepad de miljarden jaar durende en steeds toenemende complexiteit en ordening van de levende materie te kunnen bereiken, is er op een of andere manier een voortdurende en gerichte inspanning nodig, de negatieve entropie (kortweg: negentropie). Daarin voorziet de neo-darwinistische visie niet en daarom is deze theorie niet houdbaar, of op z’n minst niet compleet. Er moet nog iets zeer belangrijks bij en dat is een ordenende, niet materiële creativiteit; wat we ook geestelijke creativiteit kunnen noemen.

De keuzen van Teilhard en Charon

Vanaf dit punt kunnen we twee kanten op denken. De creatieve geestelijke invloed kan van buitenaf komen, d.w.z. van hogerhand of van buiten deze aarde. De andere mogelijkheid is dat de ordening (de negentropie) van binnenuit, uit de binnenkant van de materie zelf voortkomt. Van Teilhard als gelovige priester zou je misschien verwachten, dat hij zou kiezen voor een invloed van hogerhand, vanuit de hemel en het goddelijke dus, maar dat was niet zijn keuze. Hij koos als wetenschapper voor de invloed vanuit de binnenkant van de materie. Dat vereist een fundamenteel ander materiebegrip waarin de creatieve levenskiemen al vanaf het eerste begin aanwezig zijn, vanaf de oerknal dus. Bij Teilhard bleef deze gedachte nog levensbeschouwelijk, maar Charon introduceerde de term "psychomaterie" met een helder omschreven fysische inhoud. Hij werkte de gedachte van de psychomaterie uit in zijn Complexe Relativiteitstheorie, gepubliceerd in 1977, en de daaruit voortkomende eonenhypothese. Deze theorie en de hypothese omvatten een kwantumnatuurkunde van de geest. Op basis van Einstein’s relativiteitstheorie en de al sinds 1930 gevestigde en beproefde theorie van het elektromagnetisme, de Quantum Electro Dynamics, bouwde hij een natuurkundige theorie op over de geest en het bewustzijn, waarin de negatieve entropie, de creatieve informatieverwerking en de fotonische communicatiemogelijkheden van de natuur ten volle worden ondersteund. Zijn conclusie is, dat deze evolutie wordt aangedreven door de wil om tot bewustzijn te komen, die al vanaf de oerknal in de psychomaterie aanwezig is en die de evolutie voor zich uitstuwt in de richting van zelfbewustzijn en wat daar verder nog op kan volgen. Geest en leven zijn al bij de oerknal ontstaan. Deze evolutie is daarom in essentie een bewustzijnsevolutie en de huidige mens is daarvan op deze aarde de fakkeldrager. Centraal in zijn theorie staan de eonen, de "geestdeeltjes", dat zowel fysische als psychische eigenschappen heeft. Deze gedachte en haar kwantumnatuurkundige beschrijving is het hoofdonderwerp van dit boek, aangevuld met hedendaagse visies, bedenkingen en praktische toepassingen.

Waarom nu?

Er zijn diverse redenen waarom de gedachten van Teilhard en Charon in de huidige wetenschappelijke en publieke wereld slecht bekend zijn. Beiden introduceerden het begrip geest als deel van een natuurkundige theorie en dat was in hun tijd van zegevierend materialisme not done. Dat leidde vanuit de materialistisch-wetenschappelijke hoek tot bestrijding van de beide onderzoekers, alhoewel Teilhard als paleontoloog groot aanzien genoot. Teilhard introduceerde bovendien het algemene begrip "evolutie" en in het bijzonder de "evolutie van de geest" in de RK kerk. Hij werd daarvoor op schandelijke wijze afgestraft. De kerk maakte hem tijdens zijn leven monddood. Zijn belangrijkste werk "Het verschijnsel mens" werd pas na zijn dood gepubliceerd, met de actieve tegenwerking van de RK kerk. Charon publiceerde zijn theorie (met gebruikmaking van een extra imaginaire dimensie) vlak voordat de snaartheorie (met haar elf dimensies) ontstond en alle aandacht naar zich toe zoog. Nu deze tegenstand wat geluwd is en ook de belangstelling voor het spirituele in deze nieuwe eeuw weer toeneemt, lijkt de tijd gekomen voor dit boek over bewustzijnsevolutie.

Opbouw van het boek

Deel 1: Kwantum Elektro Dynamica (QED) en de levende natuur

Deel 2: Kwantumnatuurkunde van geest en bewustzijn,

  • Het eon en de ziel
  • Vier eonische eigenschappen: geheugen, creativiteit, communicatie en daadkracht
  • Non-lokale communicatie en eonische tijdruimten

Deel 3: De eonische theorie toegepast op:

  • Reïncarnatie
  • Hersenwerking
  • Bijna-doodervaringen en buitenlichamelijke ervaringen
  • Schoonheid en ethiek
  • Hoe nu verder

Zie ook: interview met Gerrit Teule