Mark Lynas: De mens als god - Hoe de aarde het Antropoceen kan doorstaan

- Uitg. Jan van Arkel 2011, ISBN 978 90 6224 5109 , tekst tot blz. 273, Noten blz 275-299, prijs € 14,95.


Mark Lynas is wetenschapsjournalist en adviseur op ecologiegebied van president Mohammed Nasheed van de uit 300 eilanden bestaande Maldiven. Een eerder werk van zijn hand, Zes graden, werd in 2008 door de Royal Society in Londen uitgeroepen tot het beste wetenschapsboek. In het voorliggende boek beschrijft Mark Lynas die negen grenzen aan gebieden van de ecologie, die door een expertgroep van 29 vooraanstaande wetenschappers voor de mensheid zijn vastgesteld om te overleven. Het betreft: 1. De biodiversiteit, 2 het klimaat, 3 de stikstof, 4. het landgebruik, 5. het zoetwater, 6. het gif, 7. de aerosolen, 8 de verzuring van de oceanen, 9. de ozon.

Het is een indrukwekkend boek en gewoonweg een must voor iedereen die begaan is met het lot van de aarde en de mensheid. Wetenschappers, milieuactivisten, bewust levende mensen zoals u en ik kunnen er een diepgaand en evenwichtig beeld door krijgen van de gebieden op de aarde, waar in veel gevallen, soms al vanaf het begin van de industriële revolutie langzaam, maar in ieder geval zeker, ernstige problemen zijn ontstaan voor ons aardse leven. In negen hoofdstukken corresponderend met de bovengenoemde negen gebieden doet Lynas ons deze problemen op een uitermate deskundige en goed onderbouwde, maar toch leesbare wijze in hun samenhang uit de doeken. En wat meer is, hij wijst ook de weg naar oplossingen.

Ondanks de ernst van alle problemen blijft Lynas daarbij hoopvol en optimistisch. Hij verzet zich tegen al diegenen en noemt daarbij herhaaldelijk de groene activisten, waaronder Green Peace, maar ook de industrie en de politiek met haar belangen die zich blijven afzetten tegen het streven naar toenemende welvaart of tegen innoverende technieken, zoals genetic engineering (genenmanipulatie) van voedingsgewassen en kernenergie. Dat neemt niet weg, dat hij milieuactivisten ook herhaaldelijk prijst om de resultaten van de bewustwording, die zij hebben aangezwengeld (bv. inzake de gevaren van pesticiden en kolencentrales). "Actievoerders, zo schrijft hij," zullen geheid aan het kortste eind trekken als ze de mensen proberen te overtuigen dat ze voor het welzijn van de planeet ofwel en masse vegetariër moeten worden of minder kinderen moeten krijgen […] Die benadering is in het verleden mislukt en zal ook in de toekomst mislukken […] Een succesvolle milieubeweging zal het streven naar welvaart van de mensen moeten respecteren en niet moeten proberen die aandrift te onderdrukken." (p. 138/9)

Lynas beschrijft de technieken, die de landbouw en de energiebedrijven in onze tijd ter beschikking hebben, geeft een uitvoerige analyse van de (soms vermeende, soms reële) gevaren, de reeds vanuit de wetenschap gedane tests en experimenten, alsmede de kosten en de baten zowel in geld als in kwaliteit van leven. Eén van zijn conclusies luidt daarbij: "Kernenergie is waarschijnlijk de meest milieu-vriendelijke techniek van alle, hoewel goed geplaatste windparken en zonnecentrales en andere opwekkers van duurzame energie even onschadelijk zijn en even sterk moeten worden bevorderd."(p. 149) Menigeen zal hier de wenkbrauwen fronsen, en ook als hij beweert, hoe goed verstedelijking is voor het milieu, de biodiversiteit, de landverdeling, het klimaat, de bevolkingsgroei (afname kinderaantal) en de persoonlijke vrijheid (p. 153 ev.). Maar hij weet het allemaal overtuigend te onderbouwen. Zelfs als hij de uitspraak van de directeur van Green Peace, Gerd Leipold, in 2006 op haar website over de ramp in Chernobyl (1986) met de kerncentrale "smakeloze propaganda tegen kernenergie" noemt (p. 195), weet hij daarvoor vanuit onderzoek en eigen bezoek ter plekke redelijke agumenten aan te geven. Hij durft zelfs na een citaat van de lijst van ongelukken in kolenmijnen en dergelijke te schrijven: "In die context was Fukushima een klein industrieel ongelukje, niets meer. Het is zeker geen argument om te stoppen met kernenergie, vooral niet omdat de moderne reactoren zodanig ontworpen zijn, dat ze een veel betere passieve veiligheid voor de toekomst bieden dan stoomreactoren uit de jaren 1960, die in Fukushima in bedrijf waren." (p. 202)

Wat zal ik nog toevoegen? Het boek draagt zoveel bij aan bewustwording, dat u het zeker zelf moet gaan lezen! HvB